Literatuur

- Voorloopige Lijst der Nederlandsche Monumenten van Geschiedenis en Kunst, deel IV: De Provincie Gelderland, opgemaakt en uitgegeven door de Rijkscommissie tot het opmaken en uitgeven van een Inventaris en eene Beschrijving van de Nederlandsche Monumenten van Geschiedenis en Kunst. Utrecht (Oosthoek), 1917. [262 blz. ISBN -]. Hierin: "St. Elisabeths-Weeshuis", blz. 126-127 (gesticht 1555)

- Rijkscommissie voor de Monumentenbeschrijving, Kunstreisboek voor Nederland. Samengesteld in 1965. Amsterdam (Van Kampen), 1969 [713 blz. ISBN -]. Hierin "St Elisabethsgasthuis of oude Mannen- en Vrouwenhuis, Lange Havendijk": blz. 203

- Stenvert, Ronald & Chris Kolman & Sabine Broekhoven & Ben Olde Meierink, Gelderland. Deel in de serie 'Monumenten in Nederland', nr 5. Zeist (Rijksdienst voor de Monumentenzorg), Zwolle (Waanders), 2000_cop. [412 blz. ISBN 90.400.9406.3]. Hierin "voorm. Elisabeth Weeshuis (Herenstraat 29)": blz. 130

- Beaufort, R.F.P. de & Herma M. van den Berg, De Betuwe. Deel in de serie 'De Nederlandse Monumenten van Geschiedenis en Kunst', deel III: 'De provincie Gelderland', 1e stuk: 'Het Kwartier van Nijmegen', onderdeel: 'de Betuwe, benevens o.m. de graafschappen Buren en Culemborg'. 's-Gravenhage (Staatsuitgeverij), 1968 [446 blz. plus 180 platen. ISBN -]. Hierin: "Elisabeth Weeshuis": blz. 192-201, afb.nr 168-169, afb.nr 171-186, afb.nr 189

- Piena, Hans, "Goede kleerkasten op elke dormiter". In: Gelders Erfgoed (tweemaandelijks Gelders cultuurhistorisch tijdschrift), 2000-nr 2, blz. 1-7 [betreft verslag onderzoek en restauratie van twee grote eiken kleerkasten uit het Elisabeth Weeshuis te Culemborg uit ca 1560 (dendro: veldata 1548 en 1549, bouwdatum weeshuis 1559). Ingegaan wordt o.a. op de bewerking van het hout, telmerken op de planken, de constructie en de wijze van restaureren.]

- Beltjes, P.J.W. & P.W. Schipper, Culemborg, beeld van een stad. Culemborg (Koolhof), 1988_cop. [225 blz. ISBN 90.9002511.1]. Hierin o.a.: blz. 20 (op plaats Nieuwe Huis verrees 1556-1560 het weeshuis, tot aan de Reformatie "Convent te Heiligen Leven" genoemd), 88-92